In onze rubriek ‘Vrijmetselarij Ervaringen‘ geven leden van Loge Ramses antwoord op de vraag: Wat is de Vrijmetselarij en hoe draagt het bij aan verdieping in jouw leven? Deze keer is aan het woord…

Paul Engels
Ingewijd: 2014
Loge: Ramses Velp + Caleidoscoop Eindhoven + Vervolgpaden
Huidige functie: Voorzittend Meester
Paul is eigenaar van een assurantiekantoor in Uden en al meer dan 10 jaar Vrijmetselaar. Hij laat zich leiden door wat er op zijn pad komt en gelooft in synchroniciteit: het optreden van betekenisvolle toevalligheden.
De Vrijmetselarij is…
“Niet uit te leggen. Je moet het beleven om het te begrijpen.”
Je bent werkzaam in de financiële sector.
Is de Vrijmetselarij dan niet heel ‘zweverig’?
“Ik vind van niet. Ook in mijn werk kan ik de beginselen van de Vrijmetselarij prima toepassen. Eén van die principes is dat ik mensen liever goed help dan hen onnodig op kosten te jagen. Daarom rijd ik ook een Opel en geen Porsche Cayenne (lacht). Als ik een jong stel dat hun eerste huis gaat kopen eerlijk kan adviseren en hen op die manier een mooie start kan geven, dan geeft mij dat voldoening. Misschien ben ik daarin anders dan de gemiddelde hypotheekadviseur of verzekeringsagent. Ik doe de dingen op mijn manier.
‘Eigen-wijsheid’ is een eigenschap die ik wel vaker zie onder vrijmetselaars.
Heeft de vrijmetselarij een hiërarchische structuur?
“Jazeker. Maar die hiërarchie is alleen van toepassing op functieniveau en niet op persoonlijk niveau. Op dit moment ben ik Voorzittend Meester en ja, dat houdt in dat ik in principe het laatste woord heb bij beslissingen. Het is dus zeker een leidinggevende en sturende taak, waar, zoals dat in wel meer verenigingen gaat, ook een hoop administratieve rompslomp bij komt kijken.
Maar over een jaar of twee zal er weer een andere voorzitter gekozen worden, die het waarschijnlijk allemaal juist weer heel anders gaat doen. Ook ik zal dan, net als ieder ander, weer meevaren met zijn of haar koers. Het is eigenlijk een soort toneelspel waarbij de rollen steeds rouleren. Zo ben ik al eens Penningmeester geweest, Diaken, Opziener, Redenaar en Ceremoniemeester. Die laatste functie vond ik ook heel leuk. Je bent dan een soort trouble shooter die er voor zorgt dat een alles gladjes verloopt. Zo heeft iedere rol een eigen karakter waar je iets van kunt leren.”
Je bent lid van maar liefst drie loges. Het lijkt wel een carrière…
“Als je zou willen kun je er een fulltime baan van maken, alleen mijn salarisstrookje valt een beetje tegen, haha. Ja, ik ben er behoorlijk wat tijd aan kwijt. Buiten de logebijeenkomsten ben ik thuis ook nog regelmatig met de Vrijmetselarij bezig. Dat komt ook omdat ik het interessant vind om mijzelf nog verder te ontwikkelen dan alleen de eerste drie graden van Leerling, Gezel en Meester. Het wordt eigenlijk steeds leuker naarmate je verder komt. Ik heb inmiddels al vele contacten door heel Nederland opgedaan en een aantal van mijn Broeders beschouw ik ook privé als mijn vrienden.
Je kunt je binnen de Vrijmetselarij steeds verder ontwikkelen. Het stopt niet bij het Meesterschap.”
Le Droit Humain is een netwerk, maar niet in professionele zin. Als je de vrijmetselaarsloge ziet als een carrière-netwerk dan ben je bij ons aan het verkeerde adres. We zijn een gevarieerd gezelschap uit alle lagen van de samenleving en die diversiteit is juist de bedoeling.”
Jouw dochter is inmiddels ook lid. Is het een ‘familie-ding’?
“Mijn dochter is 19, wat best jong is om Vrijmetselaar te worden. Maar zij is niet de gemiddelde tiener. Al op vroege leeftijd speelde bij haar de behoefte aan verdieping. Wij beleven de vrijmetselarij wel verschillend. Zij is op een ander punt in haar leven, en daar komen andere uitdagingen bij kijken. Druk met school en stage. Hoe dan ook past het wel bij haar – in tegenstelling tot mijn vrouw en andere dochter. Die hebben er weinig mee. Zo zie je maar dat de vrijmetselarij niet voor iedereen is; zelfs binnen een gezin hangt het erg af van de persoon.
Voordat ik lid werd dacht ik dat Vrijmetselaren allemaal grijze mannen met een baard waren. ‘Daar ga ik later ook bij als ik oud word’, zei ik toen gekscherend. Maar dat beeld van een stoffige club klopte niet. Mijn jongvolwassen dochter is het bewijs dat de Vrijmetselarij allesbehalve oubollig is. Het vrijmetselaarschap sluit aan bij een universele en eigentijdse behoefte aan zelfkennis.”
