Waarom worden mensen Vrijmetselaar?
Vrijmetselaar zijn kan veel betekenen in je leven, maar de reden om toe te treden is voor iedereen anders. De Vrijmetselarij is een persoonlijk pad, met gemeenschappelijke idealen. Toch heeft ieder van onze leden zijn of haar eigen kijk op het hoe en waarom van het vrijmetselaarschap.
In onze rubriek ‘Vrijmetselarij Ervaringen‘ geven leden van Loge Ramses een kijkje in hun persoonlijke beweegredenen om lid te worden van Le Droit Humain. Deze keer de persoonlijke reflectie van:

Kerewin Groeneveld
Ingewijd: 2025
Loge: Ramses Velp 
Huidige functie: Leerling
Kerewin is kortgeleden ingewijd bij de Gemengde Vrijmetselarij. Toch is de loge nu al een betekenisvolle toevoeging aan haar leven.
“Als ik terugkijk op waarom ik vrijmetselaar ben geworden, besef ik dat het niet voortkwam uit één enkel moment of besluit. Het voelde eerder als thuiskomen bij iets wat al in mij leefde. Alsof de vrijmetselarij er altijd was, ergens onder de oppervlakte, en ik op een dag begreep waar dat gevoel thuishoorde.
Als kind was ik een boekenwurm, geboeid door verhalen waarin karakters zochten naar de betekenis van de wereld om zich heen, en gebouwen hun geheimen leken te fluisteren door subtiele symbolen. Later begreep ik dat de taal van symbolen niet verborgen is. Oude architectuur vertelt haar verhalen aan iedereen die weet hoe te luisteren en de tijd neemt om zich open te stellen. Misschien kwam het daardoor dat ik een gevoel van herkenning ervaarde, die eerste keer dat ik in een boek las over de vrijmetselarij. Het was alsof het sprak tot een deel van mij dat ik toen nog niet kon benoemen.
De loge is een plek waar vertrouwen niet bevochten hoeft te worden, maar eenvoudigweg bestaat.
Lange tijd dacht ik dat het een mannenwereld was, een deur die voor mij gesloten zou blijven, tot ik ontdekte dat er ook ordes bestaan die vrouwen verwelkomen. Na die ontdekking zocht ik vrijwel direct contact met een loge in mijn buurt.
Het voelde als een kleine, vanzelfsprekende stap, maar het bleek het begin van een innerlijke reis: een proces van vragen, spiegels en groei. In die tijd leek mijn leven aan de buitenkant volmaakt, maar van binnen voelde ik een gemis. Ik verlangde naar verbinding met iets dat groter was dan ikzelf: naar diepgang, ontdekking, en zingeving.
Mijn eerste ontmoeting met de volledige loge was bijzonder. Ik voelde me welkom, gedragen, en bovenal veilig, alsof ik na een lange reis eindelijk was aangekomen. Wat ik hier gevonden heb, is iets zeldzaams: een plek waar vertrouwen niet bevochten hoeft te worden, maar eenvoudigweg bestaat. Het besef dat ik nooit alleen sta, dat er altijd broeders en zusters zijn op wie ik kan bouwen, is van onschatbare waarde. Die verbondenheid en veiligheid nodigt op natuurlijke wijze uit tot zelfreflectie en persoonlijke groei.
Hier leer ik mezelf scherper te zien, en met de inzichten die dat oplevert, werk ik aan mijn eigen ruwe steen. In de vrijmetselarij wordt het beeld van de ruwe steen en de kubieke steen gebruikt om de weg van groei en bewustwording te verbeelden. Ik zie de ruwe steen als een symbool voor ieder van ons zoals we nu zijn: uniek gevormd door onze ervaringen en omstandigheden. De kubieke steen symboliseert voor mij niet een vast ideaal, maar het streven om onze eigen vorm te vinden en te veredelen, zodat we ieder op onze eigen manier kunnen bijdragen aan de tempel der mensheid.
De kubieke steen symboliseert voor mij niet een vast ideaal, maar het streven om onze eigen vorm te vinden.
Als ik mijn eigen ruwe steen beschrijf, zie ik een grillige steen, gevormd en gladgeslepen door erosie. De vrijmetselarij heeft mij de hamer en de beitel aangereikt om zelf vorm te geven aan die steen, al ketst de beitel soms nog af op dat gladde oppervlak van oude overlevingsstrategieën. Ik leer nu om door die laag heen te breken en de potentie van mijn steen te ontdekken.
De vrijmetselarij biedt mij de vrijheid om te zoeken, te dwalen, te falen, en telkens weer opnieuw te proberen, binnen een gemeenschap waar respect, aandacht en oprechte verbondenheid vanzelfsprekend zijn. De vrijmetselarij heeft mij geen antwoorden gegeven, maar wel de ruimte om te zoeken. Die ruimte leeft in ieder van ons, al vraagt het soms moed om haar werkelijk toe te laten.”
